donderdag 15 september 2022

Brief van Asjer, 9 september 2022

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn lieve zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Pap,

Ik begrijp dat je enigszins teleurgesteld bent dat het zo lang heeft moeten duren voordat je een fatsoenlijke brief van mij hebt ontvangen. Misschien een schrale troost: een kort onderzoek in mijn persoonlijk archief leert dat je niet meer of minder brieven van mij hebt ontvangen dan anderen in mijn omgeving. Zal het de leeftijd zijn? Wie stuurt er nou nog brieven in de 21e eeuw?

Nu we het toch over leeftijd hebben: hoe kom je erbij dat ik jullie te oud zou vinden om naar Irak (want daar ligt Koerdistan hè) te reizen? Ben je mal. Ik word juist knettergek van al mijn leeftijdsgenoten die continu commentaar hebben op wat hun ouders allemaal wel en niet zouden mogen doen. Alsof de rollen nu volledig zijn omgedraaid en die ouders opeens de kinderen zijn, die aan hun eigen kinderen toestemming moeten vragen om ergens naartoe op vakantie te gaan. Ik stel voor dat we een dergelijke situatie zo lang mogelijk uitstellen en jullie lekker doen waar je zin in hebt. Deal?

Maar als je het per se wilt weten: nee, Erbil staat niet bovenaan mijn lijstje van plaatsen waarvan ik graag heb dat mijn ouders ze bezoeken. Niet omdat ik jullie geen mooie vakantie gun – en Erbil lijkt mij een prachtige bestemming – maar inderdaad omdat ik niet weet hoe veilig het er is. Het ministerie van BuZa geeft niet voor niets het advies om alleen noodzakelijke reizen naar Erbil te maken, denk ik dan. En wat is er mis met een ontmoeting met Badr in Istanboel? Nederland heeft toch niet voor niets 175 militairen in de regio van Erbil gestationeerd?

Het geeft een dubbel gevoel, de aanwezigheid van die militairen in Erbil. Want naast dat die aanwezigheid duidt op een zeker veiligheidsrisico, geeft het ook weer een gevoel van verhoogde veiligheid. Militairen zorgen immers voor bescherming, toch? Die ambivalentie kennen wij als Joden in Nederland natuurlijk maar al te goed. Dat de Joodse gemeenschap in Nederland beveiliging nodig heeft, lijkt mij vanzelfsprekend als je kijkt naar de aanslagen bij Joodse instellingen in landen om ons heen. Maar wat doet die aanwezigheid van die beveiliging met ons? Maakt het dat we ons veilig voelen, of worden we er juist banger van? Wat denkt een kind dat opgroeit op de Joodse scholen over de wereld om ons heen? Over wat men van ‘ons Joden’ denkt? Het is volgens mij onmogelijk dat de aanwezigheid van beveiliging daar geen negatieve invloed op heeft. En wie zal ooit het lef hebben om, wanneer dat kan, de beveiliging weer af te schalen? Beveiliging opschalen is een relatief makkelijke keuze, er is niemand die tegen meer veiligheid is. Maar wanneer is het ‘veilig genoeg’? Ik maak mij daar steeds vaker zorgen om.

Eén van de dingen die ik aan jou en mama nou juist zo bewonder is dat jullie je niet laten leiden door angst. Angst om naar Erbil te reizen, of om een vluchteling in huis te nemen. Daar ben ik trots op, misschien juist omdat ik niet weet of ik altijd dezelfde keuze zou durven maken. Dus wie ben ik om te zeggen of jullie wel of niet weer iemand in huis zouden moeten nemen? Zou ik het een goede daad vinden? Natuurlijk. Denk ik dat het een mitswe is dit soort dingen te doen? Absoluut. Zou ik zelf in dezelfde situatie hetzelfde doen? Daarop blijf ik het antwoord schuldig.

Soms denk ik wel eens dat we er in Nederland heel goed in zijn geworden om dingen te roepen, maar dat we het vaak nalaten ook dingen te doen. En al helemaal wanneer die beslissingen mogelijk ten koste gaan van ons persoonlijke gemak. Kijk naar Ter Apel - waar zijn wij als (Joodse) gemeenschap om daar iets aan te doen? Misschien idealiseer ik het verleden te veel, maar mijn gevoel zegt dat dat ‘in jouw tijd’ anders was. Verbeeld ik het me dat mijn generatie misschien wel hard roept, maar wat betreft daden ver onderpresteert vergeleken met die van jou?

Liefs,

Asjer


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 9 september 2022.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten