zondag 13 januari 2019

Foto

In mijn extended family komen de namen Mietje, Mientje en Miep/Miepie veelvuldig voor. Mijn grootmoeder van moederskant heette Mietje, de voornaam van mijn andere grootmoeder was Marianne, maar ook zij werd Mietje genoemd. Er was Mientje, een nicht van mijn vader, die altijd werd genoemd in samenhang met haar man: Mientje van Herman. En er waren twee Miepie’s, om ze uit elkaar te houden aangeduid met hun woonplaatsen, Miepie Halfweg en Miepie Baarn. De eerstgenoemde, Miepie Halfweg, was échte familie, zij was een volle nicht van mijn vader. Miepie Baarn was wat verder weg, ze was de zus van mijn (aangetrouwde) oom Meijer. Maar, zoals in de meeste Joodse families die na de oorlog flink uitgedund waren, hoorde Miepie Baarn ook bij de familie. Haar échte voornaam was overigens Mietje …

In mijn stamboom zit Miepie Baarn dus het verste weg. Toch wil ik het in deze column over haar hebben. Over haar en haar man: Miepie en Ralph Polak uit Baarn.

Hun verhaal begint in de oorlog. Miepie was gearresteerd en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Ralph zat bij de Expositur, een afdeling van de Joodsche Raad, en had vanwege die functie toegang tot de Schouwburg. Daar heeft hij meerdere keren mensen helpen ontsnappen. Ook Miepie, die hij daarmee voor deportatie wist te behoeden. In januari 1943 verloven ze zich en na de oorlog, in 1946, trouwen ze. Datzelfde jaar openen de Polaks een stoffenzaak in hun woonplaats Baarn, eerst in de Nieuw Baarnstraat, vanaf 1960 in de Laanstraat. Stoffenhuis Ralph Polak wordt een begrip, klanten komen van heinde en verre. Hier vind je de mooiste stoffen, vanaf 1966 ook bruidsstoffen. Koningin Juliana en haar dochters zijn klant. BN-ers uit de muziek-, film- en televisiewereld weten de weg naar Baarn te vinden. En last but not least de vrouwen van diverse Ajax-spelers. Ralph en Miepie waren goed bevriend met spelers als Bennie Muller, Sjakie Swart, Klaas Nuninga en Johan Cruijff. Ergens in mijn privéarchief moet ik nog een krantenartikel hebben met een grote foto - ik denk uit De Gooi- en Eemlander - waarop een stralende Danny Cruijff de stof voor haar trouwjurk uitzoekt. Een cadeau van Ralph en Miepie Polak.

Ralph en Miepie zag ik, toen ik kind was, vooral op verjaardagen bij mijn oom Meijer en tante Netty in Bussum. Heel vaak heb ik ze dan ook niet ontmoet. Miepie zag ik veel later nog wel eens op de tribune bij wedstrijden van Ajax. Maar ook dat is alweer een flinke tijd geleden, zij overleed in 2007.

Deze week werd ik onverwachts geconfronteerd met een poster met een aankondiging van de tentoonstelling De jodenvervolging in foto’s in het Nationaal Holocaust Museum i.o. Die poster bestaat uit een grote foto van een jong stel op de Dam in Amsterdam. Zoals veel bezoekers van de hoofdstad zijn zij door één van de Dam-fotografen vereeuwigd. Twee mooie mensen, je wordt blij van zo’n foto. Maar toch ook weer niet. Er zit een tegenstrijdigheid in het beeld. Zowel de man als de vrouw dragen een merkteken op hun jas, de verfoeide gele ster met het woord Jood. Het stel op de foto herken ik meteen: Ralph en Miepie! De foto is gemaakt op de dag van hun verloving. Toen ik de foto nauwkeuriger bekeek, kreeg ik nog een kleine schok van herkenning. Iemand had de foto gedateerd en had onderaan, in de witte rand om de foto, geschreven ‘1943 – januari’. Het handschrift herkende ik meteen, onmiskenbaar het handschrift van mijn vader. Ik zie de portefeuille die hij áltijd bij zich droeg, weer voor me. In die portefeuille zaten alleen familiefoto’s. Ooit, blijkbaar, inclusief deze foto.

Al mijn hele volwassen leven probeer ik de Sjoa op een zekere afstand te houden, probeer ik de Sjoa niet teveel mijn leven te laten beïnvloeden. Soms lukt dat niet helemaal.


Deze tekst verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 11 januari 2019.