donderdag 14 januari 2021

Joden met een kerstboom

De decembermaand, dus ook Chanoeka, ligt weer achter ons. Dit feest-in-donkere-dagen was voor de liefde van mijn leven en mij dit jaar extra bijzonder, met name de zesde avond. Eén van mijn beste vrienden, N., gaat steeds Joodser leven. Ooit begonnen met het in kaart brengen van ruim 75 tijdens de Sjoa vermoorde familieleden, ontdekt hij steeds vaker de mooie kanten van het jodendom. Een week voor Chanoeka belde P., zijn vrouw, me op: “Waar kan ik een mezoeza kopen?” In hun dorp in Midden-Nederland in ieder geval niet, leek me, dus bood ik mijn hulp aan. “Of vind je een chanoekia een mooier cadeau,” vroeg ze nog. En zo schafte ik een paar dagen later in de WIZO Giftshop in Amsterdam een mezoeza (mét klaf, het stukje perkament met de tekst van het Sjema) én een chanoekia met kaarsjes aan. Een week later zochten we ze op. Ik had alle berachot fonetisch uitgeschreven, zodat N. zelf de mezoeza kon aanslaan en vervolgens voor het eerst in zijn leven in zijn eigen huis de chanoekakaarsjes kon ontsteken. Hoe bijzonder wil je het hebben? Ik had tranen in mijn ogen.

Terugdenkend aan deze warme chanoekaviering kom ik op m’n jaarlijkse verbazing. Ook dit jaar zag ik op Facebook weer diverse Joodse gezinnen, poserend naast hun kerstboom. Ik veroordeel dat niet, begrijp me alsjeblieft niet verkeerd, iedereen moet vooral doen waar hij of zij zich goed bij voelt. Maar waarom halen Joden een omgekapte boom - of een plastic kopie - in huis en gaan daar gezellig naast zitten? Ik zie de gein er niet van in. Het is een vorm van acculturatie die bij mij niet landt. Wees blij met je jodendom! Het maakt niet uit of je jezelf religieus, seculier of cultureel Joods noemt, het jodendom heeft zoveel moois te bieden. Ruil al dat moois toch niet in!

De eerste jaren van mijn leven ‘deed’ ik ook niet zoveel aan jodendom. Mijn carrière op Rosj Pina, de Joodse basisschool, was van korte duur. Ik werd bar mitswa in de sjoel in de Linnaeusstraat. En een doodenkele keer gingen we met mijn oom en tante naar sjoel in Bussum. Dat was het wel zo’n beetje. Eind 60’er jaren zette ik mijn eerste schoorvoetende stappen in de LJG Amsterdam. Daar kwam ik al snel in contact met de toen jonge rabbijn David Lilienthal. “Je moet leren leven volgens de Joodse kalender,” raadde hij me aan. Dat ben ik gaan doen. Letterlijk. We hadden toen alleen nog papieren agenda’s. Het eerste dat ik deed met een nieuwe agenda, was het invullen van de Joodse feestdagen. Dat hielp. Sinds die tijd vier ik, op mijn eigen manier, sjabbat en Joodse feestdagen. En dat is heerlijk om te doen. Nog nooit heb ik behoefte gevoeld om iets te ‘lenen’ uit een andere religie of uit een andere cultuur. Ook niet toen onze kinderen klein waren. We hebben ze een Joodse opvoeding gegeven en geprobeerd ze de warmte en de rijkdom van het jodendom mee te geven. Dat wij geen kerstboom hadden en hun vriendjes en vriendinnetjes wel, vonden ze nooit vervelend.

Wat dat dan precies is? Een mij niet-onbekende student aan het Levisson Instituut (de liberale rabbijnenopleiding) formuleerde het onlangs in een promo-filmpje beter dan ik zou kunnen: “Ik beleef veel plezier aan mijn jodendom, het geeft mijn leven kleur. Ik ben de rabbijnenopleiding gaan volgen om meer over jodendom te leren, maar ook om dit na mijn opleiding met mensen te kunnen delen. En om ze te helpen om op dezelfde manier jodendom positief te ervaren, zodat het hun leven net zoveel kleur geeft als het mijne.”

Als u - zoals ik lang geleden - ‘niet zoveel aan jodendom doet’, is deze gedachte misschien een aardig zetje om u op weg te helpen. Haal eind november uw mooiste chanoekia uit de kast, poets hem op, en geniet van het aansteken van de kaarsjes.

Het jaar 2021 is nog maar net begonnen. Ik wens u gezondheid, gezondheid en gezondheid. En dat wij allen de Joodse feestdagen gezellig, betekenisvol en quarantainevrij mogen vieren!


Deze tekst verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 8 januari 2021.