zondag 12 mei 2019

Stedentripje

Soms geldt een stad vanwege zijn specifieke kenmerken als een archetype. Venetië, met al zijn waterwegen, spant de kroon. De stad staat model voor een hele reeks andere steden. Volgens mijn vriend Wikipedia zijn er 13 Venetiës van het Noorden, 5 Venetiës van het Oosten en 1 Venetië van het Westen.

Ook Jeruzalem is zo’n archetype. Aan welke stad denkt u als ik het over ‘Jeruzalem van het Noorden’ heb? Waarschijnlijk aan Amsterdam. Terecht. Misschien aan Antwerpen? Ook terecht. De hoofdstad van Litouwen, Vilnius, zal niet zo snel bij u opkomen. Dat was bij mij ook niet het geval, ik geef het toe.

Op het moment dat ik deze column schrijf, is er minder dan 24 uur verstreken sinds mijn terugkomst uit Vilnius. Samen met Ka, de liefde van mijn leven, en M., mijn niet-biologische zus, heb ik drie dagen doorgebracht in het ‘Jeruzalem van Litouwen’.

“En, was het wat?” Twee vrienden hingen vanmorgen vroeg al aan de telefoon, beiden benieuwd naar onze ervaringen. Ik begin aan een enthousiast relaas. “Vilnius is het bezoeken meer dan waard. Het is een ‘frisse’ stad met een mooi oud centrum. Nergens bespeur je, zoals ik eigenlijk wel verwachtte, de troosteloze grijze Sovjet-sfeer. Veel mooie, gerestaureerde gebouwen. De kathedraal. Uzupis, de door kunstenaars zelfverklaarde ‘republiek’. Je kunt in Vilnius écht goed eten. En het prijsniveau is aangenaam laag.”

Ik hoor mezelf vertellen en ik voel een ‘maar’ opkomen.

Vilnius, Wilna (Duits), Wilno (Pools), Wilne (Jiddisj) was ooit een bij uitstek Joodse stad, het werd niet voor niets het ‘Jeruzalem van Litouwen’ genoemd. Voor de oorlog woonden in het hele land ruim 200.000 Litvaks (Litouwse Joden), waarvan de helft in Vilnius. De stad telde meer dan 100 sjoels en een tiental jesjiewes. Vandaag de dag zijn er nog zo’n 5.000 Litvaks, hun aantal neemt snel af. Er is nog één sjoel. Vilnius is hierin geen uitzondering, ik weet het. Maar toch.

“My name is Rita, I am your guide on this Jewish tour.” Rita is een goede en ervaren gids. Ze doet haar best om op het groepje van 12 deelnemers over te brengen hoe Joods de stad voor de Grote Ramp was. Het is niet haar fout dat er nog zo weinig te zien is van het Joodse leven dat hier ooit bloeide. Ze loopt met ons door het kleine getto en het grote getto. Geen spoor van jodendom. Geen enkel huis dat tekenen vertoont van een mezoeza die ooit op de deurpost heeft gezeten. Ze laat ons de buste van de Gaon van Wilna zien en dat ene nebbisje drietalige straatnaambord met Zydu Gatve, Rechov Hajehoediem en Jidisje Gass. Ze neemt ons mee naar die ene overgebleven sjoel, de Vilner Shul, waar we voor het luttele bedrag van een euro per persoon naar binnen mogen. Twee mannen zijn aan het dawwenen, het rondlopende toeristengroepje stoort ze ogenschijnlijk niet.

Rita is best open over de geschiedenis. Ze verhult niet dat 95% van de Joodse bevolking is vermoord. Ze durft zelfs te vertellen dat veel Litouwers niet rouwig waren over de komst van de nazi’s, die ze zagen als bevrijders van de Sovjets. Tot ze begint te vertellen over de maatregelen die tegen de Joden werden genomen. Eén van die maatregelen: Joden mochten niet meer dan twee kinderen hebben. “Als er toch meer kinderen in een gezin waren, dan mochten die niet blijven.” Dat klonk nogal vaag, ‘ze mochten niet blijven’. Ka vraagt haar wat er dan met die kinderen gebeurde. “Werden ze hier ter plekke vermoord, of werden ze gedeporteerd?” Rita begint te stamelen en te stotteren, ze komt niet meer uit haar woorden. “Nou, ja, eh, ze werden weggehaald.” Verder komt ze niet. Als Ka haar later, op een rustig moment, vraagt of ze het moeilijk vindt om hierover te praten, geeft ze dat toe.

Toen ik, maanden geleden, dit stedentripje boekte, maakte ik een ‘agenda-foutje’. Ik had me niet gerealiseerd dat Jom Hasjoa in ons verblijf in Vilnius viel. Dat is nou ook weer geen ramp, volgend jaar ben ik weer gewoon bij de herdenking in de Hollandsche Schouwburg. En m’n portie Sjoa heb ik evengoed wel gehad.


Deze tekst verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 10 mei 2019.