donderdag 30 november 2023

Brief aan Asjer, 24 november 2023

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Asjer,

“Als je wel eens door de ogen van een ander kijkt, zie je daarna twee keer zoveel.” Hij is niet van mezelf hoor, ik heb ‘m gepikt uit een reclamefilmpje van IDFA-sponsor Deloitte dat voorafgaand aan iedere film werd getoond.

Zoals ieder jaar heb ik mijn agenda 10 dagen lang zoveel mogelijk leeg gehouden voor IDFA. Dit jaar leek het me bovendien een goede manier om met iets anders bezig te zijn dan Israël-Hamas en de vervreemdende gebeurtenissen om ons heen. Dat was ijdele hoop. Het maakte niet veel uit wat het thema van een documentaire was, in mijn hoofd was er steeds wel een link met 7 oktober en alles dat daarna gebeurde. Dat is de realiteit, dit is wat ons momenteel bezighoudt, vanaf dat we opstaan totdat we slapengaan, het overheerst alles.

Die Deloitte-slogan is niet nieuw, ze gebruikten hem vorig jaar ook. Toen vond ik hem al ijzersterk, nu trof hij me extra. Niet dat ik hem naar Israël zou willen ‘exporteren’. Daar is het nu helaas nog te vroeg om ‘eens door de ogen van de ander te kijken’. Hopelijk lukt dat over niet al te lange tijd wel.

In Nederland ligt dat anders. Hier zou het voor veel mensen goed zijn om zich in een ander te verplaatsen, om dat in ieder geval eens te proberen. Dat is niet makkelijk, zeker niet, maar het moet kunnen. Wij, hier in Nederland, moeten voorkomen dat de afstand tussen bevolkingsgroepen verder groeit. Niet alleen tussen Joden en moslims, ook tussen Joden en de hele maatschappij om ons heen. En dan helpt het als je je in een ander kunt verplaatsen. Dat is nodig, we groeien uit elkaar.

In haar column in het NIW van 2 november schreef Ronit Palache: “Gevoelsmatig staat er vandaag wel degelijk op iedere hoek van de straat een potentiële antisemiet en moet ik de balans opmaken of het leven in Nederland nog houdbaar is voor een Jood.” Het doet haar pijn dat ze dit anno 2023 opschrijft, voegt ze eraan toe. Ik schrik van deze woorden, juist omdat ze uit Ronit’s pen komen.

Ik gebruik deze quote als voorbeeld. Ze maken duidelijk wat de uitbarsting van antisemitisme met ons, met onze gemeenschap doet. Voor velen lijkt het of de hele wereld zich tegen ons Joden keert. Mensen voelen zich niet gehoord, niet begrepen. De desinformatie in de media, de vooringenomen standpunten van journalisten: het lijkt bijna niet te stoppen. Het gevoel van machteloosheid groeit. De angst neemt hand over hand toe. En als gevolg daarvan trekken mensen zich terug. Jij hebt ongetwijfeld ook mensen gesproken die de mezoeza van hun deurpost hebben gehaald of die het naambordje, vanwege hun Joods klinkende naam, hebben verwijderd. Ik hoorde deze week zelfs dat de bekende niet-kosjere-maar-bij-Joden-populaire slager op de Buitenveldertselaan het sinds een paar weken veel minder druk heeft. Mensen durven er niet heen.

Ik heb besloten daar niet aan mee te doen. Je weet dat aan mij geen James Bond verloren is gegaan, ik ben geen gibber, geen held. Maar ik heb me voorgenomen dat ik me niet bang laat maken, ik weiger me te laten intimideren. Ik realiseer me dat dit heel stoer klinkt, maar zo bedoel ik het niet. Ik probeerde dit van de week aan je zus uit te leggen. Misschien koos ik niet de juiste woorden. “Ik weiger in 2023 onder te duiken,” zei ik, “dat moesten mijn ouders 80 jaar geleden doen, dat gaat niet weer gebeuren.” Ze vond de vergelijking mank gaan. Heeft ze gelijk? Vind jij dat ook? Overdrijf ik? Hoe dan ook, dat is zoals ik me voel.

Zoals je weet, draag ik nooit sieraden. Nu vond ik het tijd om mijn oude Magen David weer te gaan dragen. Omdat ik die nergens meer kon vinden, heeft je moeder er één voor me gekocht. De grootste die de juwelier op het winkelcentrum hier in voorraad had. En die draag ik nu. Dagelijks en duidelijk zichtbaar. Dawka, juist nu!

De mij onbekende rabbijn Moss kreeg de vraag voorgelegd of het toegestaan is je mezoeza van de deurpost te verwijderen. “Niet doen,” antwoordde hij en voegde eraan toe: “We can’t Jew down, we have to Jew up.” En zo is dat!

Je liefhebbende vader,

Michel


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 24 november 2023.

donderdag 16 november 2023

Brief van Asjer, 10 november 2023

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Pap,

Niet eerder heb ik zoveel moeite gehad een antwoord aan je te schrijven. Je laatste brief heb ik wel tien keer gelezen. En wanneer je het hebt over Leo, krijg ik een brok in mijn keel. Al dagen zoek ik naar woorden die troostend zouden kunnen werken, maar ik kan ze niet vinden. Het enige wat ik kan zeggen is: ik mis hem ook.

En natuurlijk had je juist de recente gebeurtenissen zo graag met hem doorgesproken. We denken momenteel allemaal aan Israël. De neiging om continu het nieuws te checken heb ik nog niet kunnen onderdrukken. Het gaat ten koste van mijn concentratie en veel van mijn tijd gaat op aan het lezen van artikelen en analyses. De beste in tijden was het interview met de Israëlische schrijver Etgar Keret. Hij betoogt dat er in Israël steeds minder ruimte is voor ambiguïteit en complexiteit. De Palestijn is nog meer dan ooit tot vijand verworden.

In onze Joodse gemeenschap is het niet anders. Mensen zijn angstig en keren naar binnen. Hebben het idee dat je ‘de ander’ niet meer kunt vertrouwen. Je hoort over mensen die hun mezoeza van de deur halen, of op werk niet meer vertellen dat ze Joods zijn. Joodse kinderen die niet meer naar school durven. En die angsten zijn begrijpelijk. Want de hoeveelheid drek die we om ons heen omhoog zien komen, is om van te kotsen. De voorbeelden hoef ik hier niet te herhalen. Het effect ervan op de gemeenschap is niet te onderschatten. Er heerst een sfeer van ‘wie niet voor ons is, is tegen ons’. De ruim een miljoen Nederlandse moslims in Nederland worden voor het gemak even over één kam geschoren. ‘Ze’ bagatelliseren het geweld van Hamas en zorgen voor hetzes tegen de Joodse gemeenschap. Met dat soort mensen kun je toch niet aan tafel gaan zitten? Dialoog wordt afgedaan als tijdverspilling. Iemand uit de Joodse gemeenschap die oproept tot vrede, is in het gunstigste geval een naïeveling en in het slechtste geval een zelfhatende Jood. En waag het niet om op te roepen tot een staakt-het-vuren. Dan plaats je jezelf al helemaal buiten de gemeenschap. Angst en wantrouwen vertroebelen ons zicht. Contrasten worden harder en we zien alleen nog zwart en wit.

Pap, weinig beangstigt mij meer dan het idee te moeten leven in een samenleving waar geen plek meer is voor de complexe realiteit waar we ons nu eenmaal in bevinden. De afgelopen weken heb ik machteloos zitten toekijken hoe die ambiguïteit waar Keret het over had, steeds meer in de verdrukking lijkt te komen.

Op Instagram kwam een filmpje voorbij waarin een vrouw uit Beëri haar verhaal deelt. Op de ochtend van 7 oktober fietst ze nietsvermoedend de kibboets uit. Nog maar net onderweg, ziet ze een ongekend grote hoeveelheid raketten uit Gaza overvliegen. Ze belt met haar partner in de kibboets, die haar zegt dat ze maar beter terug kan komen. Als ze Beëri weer binnenrijdt, ziet ze drie Arabische werknemers uit de kibboets die naar haar roepen dat terroristen de inwoners aan het afschieten zijn. Samen met één van hen, Hisham, rent ze naar de dichtstbijzijnde schuilkelder. Voordat ze die bereiken, zien ze een groep terroristen die handgranaten de schuilkelder ingooien en alle inzittenden vermoorden. De vrouw en Hisham rennen weg en verstoppen zich in de bosjes. Hisham belt met de telefoon van de vrouw naar zijn vader die in een Arabisch dorp verderop woont. Zijn vader stuurt een groep familieleden, Arabische Israëli’s, om hen te redden. Wanneer die met hun jeep naar Beëri rijden, komen ze onderweg tientallen mensen tegen die op het muziekfestival in de woestijn waren en de slachting hebben kunnen ontvluchten. Ze redden tientallen mensen op hun weg naar Beëri, waar ze ook Hisham en de vrouw weten te redden. Ongewapende Arabische Israëli’s die met gevaar voor eigen leven Joden redden uit de handen van de terroristen van Hamas.

Willen we deze verhalen nu wel horen of is het gemakkelijker als de Arabieren of de moslims de vijand zijn? Voor grijstinten lijken mensen momenteel geen ruimte te hebben. Terwijl het zien van die grijstinten de enige manier is om uit de val van angst en wantrouwen op te klimmen. Leo zou voor die verhalen zeker open hebben gestaan.

Asjer


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 10 november 2023.

donderdag 2 november 2023

Brief aan Asjer, 27 oktober 2023

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Asjer,

Je moeder ziet dat ik jou aan het schrijven ben. “Hou het een beetje luchtig,” adviseert ze. Ik weet natuurlijk waar ze op doelt. De verschrikkelijke beelden uit Israël houden ons bezig, we staan ermee op en we gaan ermee naar bed. Ze vermoedt dat ik het daarover ga hebben. Hoewel ik dat niet van plan was, antwoord ik toch wat mompelend, iets tussen ja en nee in. Want luchtig wordt het niet.

Op het moment dat ik deze brief schrijf, is het precies zes weken geleden dat we Leo op Ouderkerk hebben begraven. Ik merk aan mezelf dat ik het er nog moeilijk mee heb. Iedere dag, meerdere keren per dag, zit hij in mijn hoofd en soms zitten de tranen dicht achter mijn ogen. Ik mis Leo, meer dan ik ooit had kunnen denken.

Er is in die zes weken veel over Leo geschreven en gesproken. Mooie woorden. Voor sommigen is nu pas duidelijk wat een bijzonder mens hij was. Een wetenschapper met talloze publicaties op zijn naam, een rabbijn met ongelooflijke kennis van het (orthodoxe) jodendom, een denker, een mysticus, een verbinder en bruggenbouwer … ik kan nog wel even doorgaan. Maar naast dat alles was Leo een familieman én een goede vriend. Ik mis hem als vriend, maar misschien nog wel meer als soul mate. Het verschil in jodendomsbeleving, hij orthodox ik liberaal, deden er niet toe, we zaten bijna altijd op dezelfde lijn. Weet je hoe vaak wij, aan de telefoon, grote problemen hebben opgelost? Hoe vaak wij onze Joodse gemeenschap mooier, inspirerender en opener hebben gemaakt? Als het aan ons lag …

De laatste twee weken miste ik Leo eens te meer. Wat had ik het graag met hem over de sluiting van de Joodse scholen gehad. Hoe zou hij daar tegenaan hebben gekeken? En wat had hij ervan gevonden dat Sigrid Kaag, niet voor het eerst, op social media werd afgemaakt en neergezet als de belichaming van het kwaad? Het CJO werd ook door het slijk gehaald, de organisatie die haar uitnodigde om te spreken tijdens de Kristallnachtherdenking. Sommige briljante geesten gaven CIDI hiervan de schuld, zij brullen hard maar kennen niet eens het onderscheid tussen CJO en CIDI. I rest my case. Al die aantijgingen aan Kaags adres zijn zò onterecht. Ik vind ook dat zij destijds, als minister van buitenlandse handel, de subsidies aan die Palestijnse organisatie (UAWC) eerder had moeten stopzetten. Maar om haar dan rechtstreeks de moord op een Israëlisch meisje door Palestijnse terroristen in de schoenen te schuiven, letterlijk te beweren dat zij bloed aan haar handen heeft … Walgelijk! Een deel van deze verlichte Joodse geesten bagatelliseert en passant ook nog even de Sjoa. Ik las dat het CJO z’n kop moet houden over het NSDAP-lidmaatschap van die Soestdijk-leugenaar, want ‘ze nodigen immers Kaag uit’. De haat zit diep. En waarom in vredesnaam? Als NVHU-bestuurslid ben ik twee keer bij Kaag op bezoek geweest toen zij nog op buitenlandse handel zat. Ik weet hoe zij in de wedstrijd staat. Daarom, voor alle Facebook-schreeuwers, eat your heart out: Sigrid Kaag is een vriendin van Israël. Ja, zij ziet ook de noden van Palestijnen, maar dat maakt haar niet anti-Israël. Integendeel.

Ik wilde hier tegenin gaan, maar de stortvloed aan posts maakte dat gewoon onmogelijk. ‘Even Leo bellen’, ging door mijn hoofd. Als een reflex, niet meer dan een fractie van een seconde natuurlijk. Ik miste mijn maatje, ik merkte dat ik zonder Leo niet de koach had om een tegengeluid te laten horen. Ik voelde me alleen.

Morgen is het sjabbes. ’s Middags hoort Leo langs te komen. Dat doet hij immers bijna iedere sjabbes? We nemen een borrel en sjmoezen bij. We lachen als hij een perfecte imitatie geeft van iemand die we beiden goed kennen. Ik wéét dat hij niet komt, maar ik kan het nog nauwelijks bevatten. Misschien dat ik straks even bij de familie langsga, zij hebben het nog veel moeilijker. En ik vind het zelf ook fijn om bij hen te zijn. Zo vinden we steun bij elkaar, dat hebben we nodig. Ook vanwege die immense ellende in Israël.

Je liefhebbende vader,

Michel


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 27 oktober 2023.