donderdag 5 november 2020

De wandelende Jood

Het NIW is zo nu en dan bepalend voor de sfeer in Huize Waterman. Nee, niet nadat het blad (‘de krant’ moet ik zeggen, geloof ik) op de deurmat is gevallen. Omdat wij beiden onze teksten moeten leveren – de liefde van mijn leven wekelijks met het samenstellen van het Forum en ik één keer per maand met het schrijven van een column – is het leven hier wel eens stressig. “Ik moet nog een nieuwe stelling hebben voor volgende week, help nou even,” hoor ik regelmatig. “Ja, en ik moet vandaag mijn column inleveren en heb nog geen onderwerp,” kaatste ik deze week terug. Eén keer per maand een tekstje, dat kan toch niet zo moeilijk zijn? Nou … soms best wel. Ik kan u verklappen dat mijn bewondering voor columnisten die dágelijks produceren, sterk is toegenomen. Misschien heb ik het mezelf ook nog eens extra moeilijk gemaakt. Ik had me stellig voorgenomen, een paar maanden geleden al, dat ik niet over de pandemie zou schrijven. Je kunt geen krant openslaan, geen tv-programma aanzetten of het gaat over corona. Moet ik het daar dan ook nog eens over hebben? Tsja, goede voornemens sneuvelen wel eens.

Als ik een wijd openstaande deur even keihard mag intrappen: corona heeft ons leven veranderd. Dat wil niet per se zeggen dat we ook echt lijden onder de beperkingen. Natuurlijk, ook wij voelen een gemis. Onze dochter woont in Londen. Haar hebben we sinds januari, toen ze voor een bliksembezoek in Nederland was, alleen nog in pixels gezien. We zijn blij met Facetime en Zoom, maar het is niet alles. Een gezellig etentje met vrienden in één van onze favoriete restaurants: voorlopig van de baan. En een paar weken vooruitkijkend: 18 november gaat het IDFA van start. Ieder jaar sluit ik mezelf ruim twee weken op in de bioscoopzalen van Tuschinski en De Munt. Heerlijk, dagenlang documentaires kijken! IDFA zal het dit jaar zonder mij moeten doen, bioscoopbezoek zit er voor mij nog even niet in. Ik ben en blijf voorzichtig. Maar al dit gemis, hoe vervelend ook, daar komen we best overheen. We tellen bijna dagelijks onze zegeningen, we kunnen goed leven met alles dat we wèl hebben, alles dat wèl kan.

Dat wil nu ook weer niet zeggen dat ik me geen zorgen maak. En die zorg betreft onze toekomst. Ik sprak er, zoals ik vaak doe, uitvoerig over met mijn goede vriend L. Zoom en Teams zijn belangrijk geworden in onze levens. Ze zorgen voor verbinding. En die verbinding is in deze tijd misschien wel belangrijker dan wat dan ook. Een voorbeeld. Ik heb het hier al eens gehad over de Zoom-sjoeldiensten die mijn eigen LJG al sinds maanden organiseert. Ze zijn onmisbaar geworden. Op een ‘doodgewone’ sjabbes zijn zo maar 120 deelnemers online. En ga er maar vanuit dat er gemiddeld twee mensen achter ieder scherm zitten. Die getallen zeggen genoeg. Vooral de voorsjmoes en de nasjmoes maken LJG-ers blij. De sjabbat sjaloms vliegen over en weer, men informeert naar elkaars gezondheid, het welzijn van de kinderen, vul maar in … Ik zou het niet willen missen. De kans is groot dat Zoom, ook nadat we met z’n allen deze crisis hebben overwonnen, blijft. Dat juich ik toe. Niet alleen wat betreft de LJG-diensten, ook voor het volgen van webinars en lezingen (wat ik veel en graag doe) en het deelnemen aan vergaderingen. Dat mag van mij allemaal blijven. En het zál ook blijven. Maar daarin schuilt meteen een gevaar. En dat gevaar baart me zorgen. Hoe gaan we in het post-coronatijdperk terug naar normaal? Wordt ons sociale leven straks weer zoals het ooit was? Of zal straks misschien blijken dat corona ons leven voorgoed heeft veranderd? Dat is best een dingetje. Als ik voor mezelf spreek: Zoom-sjoeldiensten: prima. Documentaires thuis kijken in plaats van in de bios: wel zo comfortabel. Niet meer naar de ArenA, maar de wedstrijden van Ajax op de buis kijken: ik mis de sfeer, maar het voetballen kun je beter volgen. Enzovoort. Maar het gevoel bekruipt me dat ik langzamerhand hospitaliseer. En dat is geen fijne gedachte.

Zo, ik heb mijn zorg geuit. Nu ga ik naar buiten, we gaan een stevige wandeling maken. Dat is dan weer een positief gevolg van deze crisis: ik wandel.


Deze tekst verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 30 oktober 2020.