vrijdag 27 juni 2025

Brief aan Asjer, 20 juni 2025

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die elkaar – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – brieven schreven, voeren mijn zoon Asjer en ik een correspondentie in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik de brieven door in dit blog.


Lieve Asjer,

Op weg naar Zuid-Frankrijk zijn je moeder en ik een paar dagen blijven ‘hangen’ in de Elzas. Ik was daar één keer eerder geweest, in 2001, met een LJG-reis die ik samen met Simone organiseerde. Ik was destijds - en nu weer - verrast door het rijke Joodse leven dat deze streek ooit kende.

We hadden een hotelletje geboekt in Bergheim, een stadje met zo’n 2.000 inwoners, waar sinds de Middeleeuwen een bloeiende Joodse gemeenschap woonde. In de eerste helft van de 19e eeuw bijvoorbeeld, was van de totale bevolking van Bergheim, destijds zo’n 3.200 zielen, vijftien procent Joods. Dat kun je ook wel zien aan de sjoel die hier tussen 1860 en 1863 werd gebouwd. Best een imposant gebouw voor een kehila die op het hoogtepunt 460 leden telde. De voormalige sjoel – er wonen geen Joden meer in Bergheim – is nu eigendom van de gemeente en dient als cultureel centrum.

Vóór vertrek mailde ik met het gemeentehuis: “Kunnen we het synagogegebouw bezoeken?” Ze waren erg behulpzaam, een afspraak was snel gemaakt. Eenmaal in het gebouw waren we snel uitgekeken. Binnen is niets meer dat aan een sjoel herinnert. Natuurlijk was ik daarop voorbereid, maar toch stemt het me altijd wat treurig.

Inmiddels zitten we alweer twee weken in Zuid-Frankrijk. Dat bevalt goed, we blijven nog even . We genieten hier van de rust, ons ritme is totaal anders. Maar het nieuws volg ik ook hier op de voet. Ik heb daar zelfs meer tijd voor. Misschien is dat jammer. Ik zou me graag losmaken van de dagelijkse ellende, van het nieuws uit Israël, Gaza, Iran, Rusland. Oekraïne, Californië …

Het enige lichtpuntje was het politieke nieuws uit Nederland. De val van het ‘kabinet Wilders’ hebben we gevierd met een glas extra goede wijn (een heerlijke Riesling die we meenamen uit de Elzas).

Met ander Nederlands nieuws was ik minder blij. Hoewel het van tevoren duidelijk was, is de kogel nu ook officieel door de kerk: mijn PvdA gaat fuseren met GroenLinks. Voor mij betekent dit het einde van 46 jaar lidmaatschap. In januari 1979 werd ik vol overtuiging PvdA-lid omdat ik wilde behoren bij een sociaaldemocratische partij. Daar heb ik al die jaren aan vastgehouden. Soms met moeite. Het viel niet altijd mee om de Midden-Oostenstandpunten te verteren. In de afgelopen jaren werd dat moeilijker en moeilijker. Maar de sociaaldemocratie stond bij mij voorop en ik wil een partij niet alléén beoordelen op zijn Midden-Oostenbeleid. Veel Joden doen dat wel, ik vind dat navelstaren. Van de fusiepartij word ik geen lid, dat zal geen sociaaldemocratische partij worden, daar ben ik zeker van.

Dat ik straks partijloos door het leven ga, is erg jammer voor een deel van mijn vrienden. Ze kunnen mij nu niet meer beschimpen en mij niet meer veroordelen omdat ik in hun ogen lid ben van een ‘foute’ partij. Sorry guys, jullie moeten iets anders bedenken. Maar veel erger is het voor mijzelf. Ik ben nu een politieke wees. Hoe blij ik ook ben met de komende verkiezingen, op welke partij moet ik nu in vredesnaam stemmen? Ik houd een denkbeeldige bloem in m’n hand waarvan ieder blaadje een politieke partij vertegenwoordigt. Ik trek die blaadjes er één voor één af: deze niet, deze ook niet, deze helemaal niet … Heb jij een goed voorstel?

Je liefhebbende vader,

Michel


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 20 juni 2025.


Vier dagen nadat ik bovenstaande tekst naar het NIW stuurde, diende PvdA-Kamerlid Kati Piri een weerzinwekkende motie in (op 19 juni 2025). Piri riep het kabinet op om een volledig wapenembargo tegen Israël in te stellen. Nadrukkelijk betrof dit embargo ook het leveren van onderdelen voor de Iron Dome, het veiligheidsschild dat de Israëlische bevolking grotendeels beschermt tegen raketaanvallen. Zonder deze bescherming zouden alle Israëli’s in levensgevaar zijn. De motie werd, zoals verwacht, verworpen. Maar de GroenLinks-PvdA-fractie stemde unaniem voor. Om Israëlische levens bekommerde géén van deze volksvertegenwoordigers zich. Of zij waren op z’n minst te laf om tegen te stemmen. Als je bereid bent mensenlevens op te offeren, zit je haat wel heel diep. Bij deze mensen, bij deze partij hoor ik niet thuis. Met onderstaande open brief heb ik nog dezelfde dag mijn PvdA-lidmaatschap opgezegd.


Beste Esther-Mirjam, beste Frans, beste Kati,

Het kost mij wat moeite jullie te tutoyeren. Dat veronderstelt een zekere intimiteit, die er tussen ons niet is. Tutoyeren is in ‘onze’ partij echter gebruikelijk. Ik schrijf ‘onze’, met aanhalingstekens, want de PvdA voelt niet meer als mijn partij. De PvdA is verworden tot een club mensen bij wie ik mij niet meer veilig voel. Bij deze beëindig ik, na 46 jaar, dan ook mijn PvdA-lidmaatschap.

Recentelijk zijn andere, prominentere leden, mij voorgegaan. Zij hebben geen reactie op hun opzegging ontvangen. Die verwacht ik op mijn beurt ook niet. Toch heb ik er behoefte aan jullie mijn motivatie te laten weten.

Voor iemand die zich verwant voelt met Israël, was het voor mij niet altijd makkelijk om PvdA-lid te zijn. Ik heb vaak standpunten moeten slikken die mij pijn deden. De sociaaldemocratie is voor mij echter zo belangrijk – bijna heilig – dat het verlaten van de partij geen serieuze optie was. Ik zie die standpunten echter schuiven en steeds meer anti-Israël worden. Het bericht dat ik vandaag ontving, doet voor mij de deur dicht.

De motie die Kati Piri vandaag indiende, is weerzinwekkend. Dat in de eerste zin zonder enige terughoudendheid wordt gesteld dat Israël genocide zou plegen, laat ik maar even onbesproken. Het kabinet oproepen om een volledig wapenembargo tegen Israël in te stellen – dus inclusief een embargo op het leveren van onderdelen voor de Iron Dome - is onvergeeflijk. Je hoeft niet heel lang dóór te denken om tot de conclusie te komen dat het leven van honderdduizenden Israëli’s direct gevaar loopt als de Iron Dome niet (meer) functioneert. Wat deze motie eigenlijk behelst, is ‘bombardeer Israël maar plat’.

Ik kan niet anders dan hieruit opmaken dat Israëlische levens voor Kati Piri en allen die deze motie steunen, niet tellen. Ik schrijf dit vóór de motie in de Kamer is behandeld. Maar het feit dat Kati Piri deze motie indient, gaat alle perken te buiten.

Ik neem grote woorden in de mond: met zo’n motie plaats je je aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Om maar even een veel gebruikte, eigenlijk misbruikte, kreet over te nemen: Niet in mijn naam. Van deze partij wil ik geen lid meer zijn, geen minuut.

Ik ben zo vrij deze mail aan het Nieuw Israëlietisch Weekblad te sturen met het verzoek deze als open brief op te nemen.

Nu worstel ik nog met de vraag hoe ik deze mail moet afsluiten. Zelfs ‘ik wens jullie succes’ gaat me op dit moment te ver.

Michel Waterman
relatienummer 92771


vrijdag 13 juni 2025

Brief van Asjer, 6 juni 2025

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die elkaar – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – brieven schreven, voeren mijn zoon Asjer en ik een correspondentie in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik de brieven door in dit blog.


Lieve Pap,

Altijd wanneer ik langs de New York Public Library bij Bryant Park loop, moet ik denken aan Jacob Samuel da Silva Rosa. De vooroorlogse bibliothecaris van Ets Haim was zo geleerd op het gebied van de Joodse boekwetenschap dat hij in de jaren ‘30 een aanbod kreeg om hier als bibliothecaris te komen werken. Een aanbod dat hij afsloeg, omdat hij Amsterdam en Ets Haim niet wilde verlaten. Da Silva Rosa werd in Sobibor vermoord. Hoe anders was zijn leven gelopen als hij dat aanbod had aangenomen.

Het Amerika van toen is niet meer het Amerika van nu. De Amerikaanse droom dreigt te veranderen in een Amerikaanse nachtmerrie. Tijdens het ontbijt afgelopen week in een diner op de Upper Westside met een vriend die directeur is van een onderzoeksinstituut aan Harvard, vertelde hij over de impact van de maatregelen van de regering Trump op zijn werk. Het budget moet flink naar beneden, wat voor komend academisch jaar nog geen gevolgen heeft voor de omvang van het personeelsbestand. Maar hij verwacht het jaar daarop een aanzienlijk deel van zijn mensen te moeten ontslaan. Na een werkbezoek aan Canada een maand geleden werd hij bij terugkomst gestopt bij de douane, iets dat hem zijn hele leven niet is overkomen. Of hij in Canada iets had gedaan dat de belangen van de Amerikaanse staat in gevaar zou kunnen brengen, werd hem gevraagd.

De situaties in Israël en de VS zijn compleet verschillend. Desalniettemin lijkt het erop dat deze twee landen, met de twee grootste Joodse gemeenschappen van de wereld, in een periode van grote onzekerheid zitten. Samenlevingen waarin grote onzekerheid heerst, dat is nooit goed voor de Joden, weten we uit ervaring. En het is de vraag hoe de toekomst er voor de Joden uit zal zien.

Steeds vaker hoor je dat Israëliërs, en in toenemende mate ook Amerikanen, naar opties over de grens kijken. Dat ze een tweede paspoort proberen aan te vragen, als een soort verzekeringspolis, mocht het misgaan. Wie had kunnen denken dat de Joden uit de landen die in de meest recente geschiedenis het toevluchtsoord voor Joden waren, nu overwegen hun heil juist ergens anders te zoeken. Mogelijk zelfs in het Europa waar hun voorouders uit zijn weggevlucht.

Het kan niet anders of deze ontwikkelingen gaan de Joden in Europa, en dus ook die in Nederland raken. Maar op welke manier, dat is onmogelijk om te voorspellen. Waar doen we als Joodse gemeenschap in Nederland goed aan in onzekere tijden als deze? Waarin Israël, dat eens zo’n verbindende factor in de Joodse gemeenschap was, nu juist de grootste splijtzwam lijkt te vormen? Een tijd waarin in alle Westerse landen politieke extremen het hardst roepen en de gemeenschap nog verder polariseren? Er komen altijd andere, betere tijden, schrijf je in je laatste brief. Dat vertrouwen heb ik ook. Maar wat we nú kunnen doen om die stip op de horizon te zetten, daarover heb ik grote twijfels.

Liefs,

Asjer


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 6 juni 2025.