In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.
Lieve Pap,
Jammer dat ik dit jaar niet mee kon naar IDFA. Vorig jaar kregen wij jullie kaartjes voor de ‘Groene Amsterdammerdag’ waar jullie zelf niet naartoe konden. En zoals je terecht schrijft, die films bekrachtigen de wens de zaken eens door een andere bril te bekijken. Grossman is zeker een goed voorbeeld. Maar vooral omdat hij niet alleen de zaken door andere ogen weet te bekijken, maar die frisse blik vervolgens ook zijn handelen laat vormen. Iemand die de daad bij het woord voegt.
Want ik moet bekennen, een enigszins ambivalent gevoel bekroop mij bij het lezen van je brief. Zaken door de ogen van een ander kunnen zien, is belangrijk. Ik denk dat de meesten dat zullen beamen. Maar elkaar feliciteren met de inzichten die we verkrijgen op enigszins elitaire filmfestivals, daar schieten we weinig mee op. En als we de daad niet bij het woord voegen, loopt het daar al snel op uit. De vraag is: hoe nu verder? Waar leiden de nieuwe perspectieven toe?
Of is dat te cynisch? Misschien heeft dat wel te maken met een persoonlijke worsteling: een nieuw inzicht leidt niet direct tot handelen in mijn eigen leven. Gisteren luisterde ik naar een podcast van Rutger Bregman, bekend van de bestseller Alle mensen deugen. Bregman is overtuigd veganist en las in de podcast een essay van eigen hand voor, waarin hij zich afvraagt hoe we kunnen weten of we aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan. Tijdens de slavernij waren er weinig mensen die slaven houden als moreel verwerpelijk zagen, terwijl die gedachte nu vanzelfsprekend is. Maar hoe kon je driehonderd jaar geleden weten dat we er vandaag de dag zo naar zouden kijken? Hoe had je toen al kunnen weten dat we aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden? Slavernij is natuurlijk maar een van de vele voorbeelden, de geschiedenis zit er vol mee. En het is heel waarschijnlijk dat soortgelijke situaties vandaag de dag ook spelen. Wat zijn de zaken die wij nu heel normaal vinden waarop ze over vijftig of honderd jaar zullen terugkijken met een blik van walging, zoals wij nu naar slavernij kijken?
Je raadt het al: Bregman meent dat vlees en zuivel eten, en dan vooral de bio-industrie die dat voor ons mogelijk maakt, een van die dingen is. Als je leest en hoort hoe er met dieren wordt omgegaan om ons van vlees en kaas te voorzien, valt moeilijk vol te houden dat we dat maar normaal moeten vinden. Ik denk dat Bregman weleens gelijk kan hebben. Over honderd jaar zullen ze vast van ons walgen als ze in geschiedenisboeken lezen over de bio-industrie. Er voor het gemak even van uitgaande dat we inderdaad op een soort kantelpunt zitten in de geschiedenis, en dat er over een eeuw geen bio-industrie meer bestaat. Het inzicht deel ik, Bregman en anderen hebben mij door de ogen van een ander, het dier in dit geval, laten kijken. En toch ben ik (nog?) geen overtuigd veganist. Je weet dat ik geen vlees meer in huis haal, maar buiten de deur wil ik nog weleens een stukje vlees eten. En zuivelproducten consumeer ik nog dagelijks. Het lukt mij blijkbaar niet het inzicht om te zetten in daden en mij te voegen bij de morele pioniers die de verandering waar ik zo op hoop, al ingezet hebben.
Morele pioniers zijn geen heiligen, zegt Bregman. Ze lopen alleen voorop. Wie loopt er vandaag voorop? Als Joodse gemeenschap zijn we doorgaans heel trots op Joden die in het verleden vooropliepen in wereldveranderingen. We zijn trots op Aletta Jacobs en wat zij heeft betekend voor de vrouwenemancipatie, trots op Harvey Milk of Benno Premsela als voorvechters van homorechten, en op rabbijn Heschel die met Martin Luther King vooropliep in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Achteraf trots zijn is gemakkelijk. Wie steunde deze mensen toen het er écht toe deed? Feliciteren we elkaar met het morele gelijk dat vanwege de gedeelde geschiedenis met deze pioniers toch een beetje - zo lijken we te denken - op ons afstraalt? Of laten we ons er ook door inspireren om zelf anders te handelen in soortgelijke situaties?
Hoe zorgen we ervoor dat nieuw inzicht leidt tot nieuw handelen? En kunnen we over honderd jaar trots zijn op iemand uit onze gemeenschap die vooropliep op de weg naar afschaffing van de bio-industrie? Die de kippensoep wist te vervangen door een diervriendelijk alternatief?
Asjer
Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 16 december 2022.
Eens, behalve een kleine historische correctie: er waren wel degelijk Europeanen die de slavernij vanaf het begin veroordeelden. Er werd alleen niet naar hen geluisterd. Sommige mensen waren het misschien wel met hen eens, maar vonden de winst die dit walgelijke systeem hun opleverde toch belangrijker...
BeantwoordenVerwijderen