vrijdag 8 september 2023

Brief aan Asjer, 1 september 2023

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Asjer,

“Herken jij dat?” vroeg je vorige keer. Je had het over demonstreren in Tel Aviv en over een moeilijk te beschrijven gevoel van saamhorigheid en trots. Ondanks alles. Ja, natuurlijk herken ik dat. We delen die gevoelens, en meer dan alleen dat. Net zoals jij stond ik, in maart, op de Kaplan in Tel Aviv en demonstreerde ik, samen met tienduizenden Israëli’s, voor het behoud van de rechtsstaat. Net zoals jij heb ik een enorme afkeer van nationalisme (dat de wereld inderdaad weinig goeds heeft gebracht). En net zoals jij – en met ons vele anderen – worstel ik met mijn houding ten opzichte van Israël, het land waar ik van houd en waar ik me thuis voel. Het voelt raar om dit op te schrijven, maar dat is toch gewoon wat het is: ik houd van dat stomme land.

Ik heb een bloedhekel aan een dubbele moraal en toch kan ik niet anders dan toegeven dat ik zelf ook met twee maten meet. Ik was dit voorjaar twee keer in Israël en ik hoop over niet al te lange tijd weer te gaan. Ik heb besloten dat ik me niet laat tegenhouden, niet door Smotrich, niet door Ben-Gvir. Ik ben er veel te graag. Bovendien wil ik mijn vrienden daar niet in de steek laten. Maar ik ben me ervan bewust dat ik alleen over Israël op deze manier denk. Ieder ander land met zo’n regering zou ik mijden als de pest.

Dit geldt trouwens ook voor mijn werk bij Israëlactie. Ik kan mezelf nog steeds in de spiegel aankijken. Wetend dat er veel Israëli’s zijn aan de onderkant van de maatschappij die dringend hulp nodig hebben. Maar ook wetend dat er geen cent naar overheidsinstellingen gaat en dat de regering in Jeruzalem nooit enige invloed kan uitoefenen op de besteding van die gelden.

Maak ik mezelf iets wijs? Dat zou kunnen, het zij zo.

Ik moet nog iets anders kwijt. Je moeder en ik waren op een tweedaagse vakantie in Friesland. We bezochten Franeker (écht een leuk stadje), Hindeloopen (vond ik minder, het heeft een te hoog Sijtje Boes-gehalte) en Stavoren (heel aardig). Hindeloopen kende trouwens ooit een Joodse gemeente. We kwamen langs een bord dat herinnerde aan de sjoel die hier tot 1862 in gebruik was. Het gebouw is in 1870 gesloopt. De grond is nooit meer bebouwd en wordt nog altijd It Joadenheem (Het Jodenerf) genoemd.

Ons eigenlijke reisdoel was Leeuwarden, om R&M op te zoeken. We bleven ‘over sjabbes’, daarom importeerden we een stukje Joods Amsterdam in Leeuwarden: we hadden challes en een fles kiddoesjwijn meegenomen. R. stak de kaarsen aan, we maakten kiddoesj en moutsie, we hebben heerlijk gegeten, het was een gezellige avond in echte sjabbessfeer.

Het weer zat mee, we dronken nog wat. In de tuin. R&M wonen hier nu ruim vijf jaar. Met veel plezier. In hun woorden: de beste beslissing van hun leven. Ze hadden al langere tijd behoefte aan meer groen om zich heen. En meer rust. De drukte van de Amsterdamse binnenstad was ze steeds meer gaan tegenstaan. Toen ze de kans kregen om een huisje met een tuin te kopen in Leeuwarden, hakten ze de knoop door. Af en toe missen ze Amsterdam best wel, geven ze ruiterlijk toe. Dat gemis nemen ze op de koop toe, ze genieten nu van hun tuin en van de rust.

“Die stilte, heerlijk toch.” R. genoot zichtbaar. Ik moest toegeven dat we heerlijk zaten, geen lawaai, geen ‘stadse’ toestanden. Een paar minuten later meende ik toch iets te horen. Een soort geroezemoes. Het leek wel op het juichen in een voetbalstadion. “Dat kan niet,” wist M. met zekerheid, “het Cambuurstadion is te ver weg.” Ze had het mis. Na een paar minuten drong vanuit de verte, maar luid genoeg, het “En wie niet springt …” door. Ik keek op m’n telefoon. Cambuur speelde tegen Jong Ajax, dat zojuist op een 0-1 voorsprong was gekomen. Ik houd niet van die stadion-spreekkoren, maar een beetje Amsterdamse bravoure in het brave Leeuwarden … ik zat heel even te genieten.

Je liefhebbende vader,

Michel

P.S. De wedstrijd liep slecht af: Jong Ajax verloor uiteindelijk met 4-2.


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 1 september 2023.

1 opmerking:

  1. Wat een leuke brief aan je zoon Michel. Veel liefs en nogmaals sterkte met het verlies van Leo

    BeantwoordenVerwijderen