donderdag 30 mei 2024

Brief van Asjer, 24 mei 2024

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Pap,

Weet je nog dat ik in de zomer van 2014 in Israël verbleef, toen ik een oelpan volgde aan de universiteit van Haifa? Het was de zomer van operatie ‘Tsoek Etan’, een van de eerdere conflicten in Gaza. Onvergelijkbaar met de huidige situatie – het huidige conflict is vele malen gewelddadiger en kent veel meer slachtoffers. Maar ook toen maakte wat er gebeurde in Gaza een hoop los in Nederland. Er waren protesten, en bij een van die protesten in Den Haag werd ‘dood aan de Joden’ gescandeerd. Ik weet nog heel goed dat jij mij oppikte van Schiphol toen ik terugkwam uit Israël, kort na die demonstratie. “Misschien had je beter daar kunnen blijven,” zei je toen we in de auto zaten. Op een enigszins cynische toon en niet helemaal serieus voor zover ik mij herinner – maar de opmerking sprak boekdelen.

Terugkijkend naar dat moment verbaas ik mij erover hoe weinig ik blijkbaar meekreeg van de stemming in Nederland die zomer. Het duurde tot dat moment op Schiphol om te beseffen hoe men in Nederland die zomer had beleefd. Hoe anders is dat nu tien jaar later. Via sociale media, gesprekken met vrienden en collega’s, Whatsapp, nieuws en opinies, meen ik goed te kunnen volgen wat de Joodse gemeenschap in Nederland doormaakt. Vooral de laatste weken lijkt er een kookpunt bereikt te zijn met de studentenprotesten, het verbreken van de banden met Betsalel door de kunstacademie in Den Haag en het cancelen van een concert van het Jerusalem Quartet in het Concertgebouw.

Het is vreemd om deze periode van een afstand te ervaren. Maar eerlijk gezegd voelt het ergens ook als een opluchting. Niet dat er in de VS niets gebeurt. Ik schreef je eerder over de protesten aan Columbia die vlak naast het instituut waar ik studeer plaatsvonden. Maar toch heb ik het idee dat dergelijke incidenten – want dat zijn het volgens mij nog steeds – hier op een andere manier beleefd worden.

Ik schrik van de berichten uit Nederland. Niet zozeer van die incidenten, maar van het effect ervan op Nederlandse Joden. Ik schrik van de vergelijkingen die mensen maken met de jaren ‘30. Ik schrik ervan wanneer de vraag gesteld wordt of Joden nog wel een toekomst hebben in Nederland. En ik schrik van de alomvattende manier waarop deze onderwerpen het leven van alledag lijken te zijn gaan bepalen. Als een dichte mist die je volledig omringt en het zicht op de wereld ontneemt .

Die mist ervaar ik in New York minder. Antisemitische incidenten zijn hier ook het gesprek van de dag, maar domineren niet op dezelfde manier het Joodse leven. De vanzelfsprekendheid van het Joodse leven hier, zoals jij die in je vorige brief beschreef, lijkt te zorgen voor een soort van lichtheid. Voor de mogelijkheid om alle sores soms ook even aan de kant te schuiven en het denken niet te laten domineren. Soms zou ik willen dat ik wat van die lichtheid zou kunnen opsturen naar Nederland.

Ik krijg de laatste tijd vaak de vraag of ik niet in New York zou willen blijven. Mijn antwoord is steevast nee, ik kom terug naar Nederland. En dat antwoord blijft onveranderd. Maar de laatste weken kijk ik wel steeds meer op tegen een terugkeer naar Nederland omdat ik niet weet hoelang ik het in die mist zal uithouden. Ik zou willen dat ik een manier wist om die mist wat te doen laten oplossen, maar die heb ik niet paraat. Maak je geen zorgen hoor, ik kom dus gewoon terug. In de hoop en verwachting dat er genoeg mensen zijn die net als ik geen twijfels hebben over de toekomst van Joden in Nederland.

Liefs,

Asjer


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 24 mei 2024.

vrijdag 17 mei 2024

Brief aan Asjer, 10 mei 2024

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Asjer,

Het is alweer aardig wat jaren geleden dat ik meer uren werkte dan goed is voor een mens. Werkweken van 60 à 70 uur waren standaard. Jij was nog een jochie, maar je kunt je dat ongetwijfeld nog herinneren. Voor mij is het moeilijk om op die tijd terug te kijken: als werk zoveel tijd in beslag neemt, blijft er gewoon te weinig over voor een gezond gezinsleven. Ik heb in jullie jongste jaren veel van jou en je zus gemist, dat doet vaak nog pijn. De liefde van mijn leven – ja, je moeder – had destijds een briljant idee. Ze vond dat ik om-en-om met één van de kids een reisje moest maken, zodat ik een paar dagen intensief met jullie kon optrekken.

Waarom ik hier nu aan denk? Ik zag in mijn foto’s dat het deze week op de kop af vijftien jaar geleden is dat wij met z’n tweeën door New York liepen. En nu, als ik jou deze brief schrijf, ben ik net terug van een kort reisje naar New York om jou op te zoeken. De rollen zijn omgedraaid: toen, begin mei 2009, nam ik jou mee, ook al mocht jij bepalen wat we gingen bekijken en waar we gingen eten. Nu liep ik als het ware met jou mee, na drie-en-een-halve maand ken jij een aantal delen van de stad al heel aardig.

Ik zei het je al voor ik terugvloog: ik heb een fantastische tijd gehad, ik heb ervan genoten. En, ook al moest jij uiteraard colleges volgen, we hebben veel samen kunnen doen, vooral veel ‘Joodse’ dingen die ons beiden interesseren. Boro Park en Crown Heights, waar we Chabad Headquarters bezochten en zelfs een rondleiding kregen, de Lower East Side, waar de sjoel in Eldridge Street (nu een museum) op mij veel indruk maakte en zo kan ik nog wel even doorgaan. Oh ja, dat ik mocht rondkijken op Jewish Theological Seminary, waar jij nu studeert, vond ik ook super. Wat een prachtig gebouw!

Net zoals vijftien jaar geleden hebben we geluncht bij Katz’s Deli. Niets veranderd daar. Maar op culinair gebied heb je me ook verrast. The Pickle Guys vond ik geweldig. En de frickles (gefrituurde augurken) bij een smashburger ga ik ook niet gauw vergeten. Wat minder enthousiast was ik over de ‘pancake with crispy chicken and maple syrup’. Wij aten ‘m - uiteraard - zonder bacon, maar zelfs mét zo’n hartige toevoeging lijkt dit me niets.

Als ik de vraag moet beantwoorden waar ik die paar dagen het meest van heb genoten, dan hoef ik niet lang na te denken. Samen met jou een paar dagen New York onveilig maken, daar kwam ik voor en dat was heerlijk. Wat mij verder het meest aansprak, was het Joodse leven in New York in het algemeen. De Joodse wijken in Brooklyn zijn natuurlijk bekend, maar dat ook Riverdale, waar jij nu tijdelijk woont, een wijk die vrij noordelijk in de Bronx ligt, zó Joods is, dat verraste me. In positieve zin uiteraard. Het is gewoon heerlijk om zoveel jodendom om je heen te zien. Kosjere supermarkten, kosjere diners en coffeeshops, een overduidelijk Joodse kapper, sjoels en sjoeltjes, de mezoeza naast vrijwel iedere deur in jouw flatgebouw … de vanzelfsprekendheid van het Joodse leven, het is een verademing. Neem de door Tablet Magazine georganiseerde Pesach Experience, waar vroom en vrij door elkaar liepen, een geinige en originele en voor mijn gevoel typisch Amerikaans-Joodse activiteit.

New York is een beetje zoals Israël. Natuurlijk zijn Joden ook in New York een minderheid, maar dat merk je niet zo. Voor mijn gevoel ben je als Jood in New York ‘niets bijzonders’ en voelen Joden zich ook minder onveilig. Zo zag ik, vergeleken met de Nederlandse situatie, stukken minder beveiliging bij Joodse gebouwen.

Als je dan terug bent in Nederland, waar bijvoorbeeld niet één kosjere slager meer is, ervaar je het grote verschil meteen. Dat zit ‘m natuurlijk in de aantallen. Meer dan 1,5 miljoen Joden in New York tegenover die veertig- à vijftigduizend in heel Nederland. Maar het zit niet alleen in de aantallen, het Joodse leven hier heeft een oppepper nodig. Schiet alsjeblieft een beetje op met je studie!

Je liefhebbende vader,

Michel


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 10 mei 2024.