vrijdag 17 mei 2024

Brief aan Asjer, 10 mei 2024

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Asjer,

Het is alweer aardig wat jaren geleden dat ik meer uren werkte dan goed is voor een mens. Werkweken van 60 à 70 uur waren standaard. Jij was nog een jochie, maar je kunt je dat ongetwijfeld nog herinneren. Voor mij is het moeilijk om op die tijd terug te kijken: als werk zoveel tijd in beslag neemt, blijft er gewoon te weinig over voor een gezond gezinsleven. Ik heb in jullie jongste jaren veel van jou en je zus gemist, dat doet vaak nog pijn. De liefde van mijn leven – ja, je moeder – had destijds een briljant idee. Ze vond dat ik om-en-om met één van de kids een reisje moest maken, zodat ik een paar dagen intensief met jullie kon optrekken.

Waarom ik hier nu aan denk? Ik zag in mijn foto’s dat het deze week op de kop af vijftien jaar geleden is dat wij met z’n tweeën door New York liepen. En nu, als ik jou deze brief schrijf, ben ik net terug van een kort reisje naar New York om jou op te zoeken. De rollen zijn omgedraaid: toen, begin mei 2009, nam ik jou mee, ook al mocht jij bepalen wat we gingen bekijken en waar we gingen eten. Nu liep ik als het ware met jou mee, na drie-en-een-halve maand ken jij een aantal delen van de stad al heel aardig.

Ik zei het je al voor ik terugvloog: ik heb een fantastische tijd gehad, ik heb ervan genoten. En, ook al moest jij uiteraard colleges volgen, we hebben veel samen kunnen doen, vooral veel ‘Joodse’ dingen die ons beiden interesseren. Boro Park en Crown Heights, waar we Chabad Headquarters bezochten en zelfs een rondleiding kregen, de Lower East Side, waar de sjoel in Eldridge Street (nu een museum) op mij veel indruk maakte en zo kan ik nog wel even doorgaan. Oh ja, dat ik mocht rondkijken op Jewish Theological Seminary, waar jij nu studeert, vond ik ook super. Wat een prachtig gebouw!

Net zoals vijftien jaar geleden hebben we geluncht bij Katz’s Deli. Niets veranderd daar. Maar op culinair gebied heb je me ook verrast. The Pickle Guys vond ik geweldig. En de frickles (gefrituurde augurken) bij een smashburger ga ik ook niet gauw vergeten. Wat minder enthousiast was ik over de ‘pancake with crispy chicken and maple syrup’. Wij aten ‘m - uiteraard - zonder bacon, maar zelfs mét zo’n hartige toevoeging lijkt dit me niets.

Als ik de vraag moet beantwoorden waar ik die paar dagen het meest van heb genoten, dan hoef ik niet lang na te denken. Samen met jou een paar dagen New York onveilig maken, daar kwam ik voor en dat was heerlijk. Wat mij verder het meest aansprak, was het Joodse leven in New York in het algemeen. De Joodse wijken in Brooklyn zijn natuurlijk bekend, maar dat ook Riverdale, waar jij nu tijdelijk woont, een wijk die vrij noordelijk in de Bronx ligt, zó Joods is, dat verraste me. In positieve zin uiteraard. Het is gewoon heerlijk om zoveel jodendom om je heen te zien. Kosjere supermarkten, kosjere diners en coffeeshops, een overduidelijk Joodse kapper, sjoels en sjoeltjes, de mezoeza naast vrijwel iedere deur in jouw flatgebouw … de vanzelfsprekendheid van het Joodse leven, het is een verademing. Neem de door Tablet Magazine georganiseerde Pesach Experience, waar vroom en vrij door elkaar liepen, een geinige en originele en voor mijn gevoel typisch Amerikaans-Joodse activiteit.

New York is een beetje zoals Israël. Natuurlijk zijn Joden ook in New York een minderheid, maar dat merk je niet zo. Voor mijn gevoel ben je als Jood in New York ‘niets bijzonders’ en voelen Joden zich ook minder onveilig. Zo zag ik, vergeleken met de Nederlandse situatie, stukken minder beveiliging bij Joodse gebouwen.

Als je dan terug bent in Nederland, waar bijvoorbeeld niet één kosjere slager meer is, ervaar je het grote verschil meteen. Dat zit ‘m natuurlijk in de aantallen. Meer dan 1,5 miljoen Joden in New York tegenover die veertig- à vijftigduizend in heel Nederland. Maar het zit niet alleen in de aantallen, het Joodse leven hier heeft een oppepper nodig. Schiet alsjeblieft een beetje op met je studie!

Je liefhebbende vader,

Michel


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 10 mei 2024.

3 opmerkingen:

  1. Wat een mooie, maar vooral ook lieve dit keer...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. As an ex New Yorker I feel this difference very deeply, especially food shopping for Pesach bij Mouwes.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het Joodse leven in Nederland is zo dun geworden..... Geen Marcus meer, ook in de tweeJumbo's in Buitenveldert zocht ik tevergeefs naar kosjere wijn of druivensap. Zometeen geen Crescas meer.... wel heel veel linkse Joden die afstand nemen van 'het zionisme' ..... de LJG doet haar best, en Amos en Bendigamos zijn hoopgevend, en Chabad geeft het gelukkig nooit op, maar zouden er over 10, 15, 20 jaar nog 'bewust Joods levende' Joden in Nederland wonen? Alleen nog maar wat men eufemistisch 'culturele Joden' noemt? (i.p.v. geassimileerde Joden). Die dan 1 keer per jaar naar de Chabadseider gaan, "omdat die nog een echt ouderwets jiddisje sfeer kunnen scheppen" (maar geen orthodoxe vernieuwing). De cultuur is een uitvloeisel van de godsdienst....en zonder religie als hart is er zometeen geen Jodendom meer. Asjer Waterman, kom na je studie aan het uitstekende Jewish Theological Seminary alsjeblieft terug naar Nederland, daar hebben ze je nodig. Eva van Sonderen

    BeantwoordenVerwijderen