In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.
Lieve Asjer,
John, goede vriend in Zweden, stuurde me de dag voor Jom Kipoer een geinig gifje: ‘Ik wil mijn excuses aanbieden aan iedereen die ik nog niet heb beledigd. Even geduld, ik kom zo bij je’.
Terwijl ik deze brief begin te schrijven, een paar dagen na Jom Kipoer, moet ik weer aan dat gifje denken. Natuurlijk is het niet mijn intentie om wie dan ook opzettelijk te beledigen, maar er moet me iets van het hart. Iets dat mij niet vrolijk stemt en dat ik graag tegen jou wil aanhouden.
We hebben net de Hoge Feestdagen achter de rug, een periode van inkeer. Naar jezelf kijken dus. Je eigen gedrag langs de meetlat leggen en erkennen dat je fouten hebt gemaakt ten opzichte van anderen. Die fouten durven benoemen en vooral … jezelf voornemen diezelfde fouten niet meer te maken, proberen een iéts beter mens te worden. Ik vind dat zelf ook moeilijk, maar het is belangrijk.
Ik vraag me af hoeveel Joden dit daadwerkelijk doen. Ik vrees dat voor de meesten de beleving van deze dagen niet dieper gaat dan appeltjes-met-honing op Rosj Hasjana, een kwartiertje sjoel tijdens Neila en daarna een gezellige aanbijt. Jij vindt vast dat ik dit niet moet schrijven, dat ik niemand de maat moet nemen, dat iedere Jood zijn of haar jodendom op zijn/haar eigen manier beleeft en daar recht op heeft. Daar heb je gelijk in. Laat ik het daarom uit de sfeer van religie of sjoelbezoek halen.
Al meer dan een jaar hebben wij het dagelijks - bijna ‘uurlijks’ - over 7 oktober. Ik hoef niemand, zeker jou niet, uit te leggen waar mijn loyaliteit ligt. Ik heb verdriet over de verschrikkelijke ramp die Israël is overkomen, over het lijden van zoveel Israëli’s. Ik leef met ze mee.
Hoezeer mijn loyaliteit ook bij Israël ligt, ook het lijden van zoveel mensen ‘aan de andere kant’ gaat mij aan het hart. Of dat nu in Gaza of Libanon is, of waar dan ook. Iedere oorlog veroorzaakt diepe wonden. Ik ken, denk ik, alle argumenten over het onontkoombare van deze oorlog wel. Met een deel van die argumenten ben ik het eens, maar het blijft een feit dat ook bij de vijanden van Israël onschuldige burgers de grootste gruwelen moeten meemaken. Daarbij stilstaan vind ik niet alleen iets menselijks, het is ook typisch Joods. Hebben wij immers niet de opdracht gekregen om ons niet te verheugen over het leed van onze vijand? Leren we in het Pesachverhaal niet dat God ook treurt om de verdrinkingsdood van de Egyptenaren in de Schelfzee?
Als ik het hier over heb, is iedereen dit met me eens. “Natúúrlijk heb ik ook medelijden met die arme Palestijnen.” Hoe vaak heb ik dit het afgelopen jaar niet gehoord? Maar is dat echt gemeend? Ik twijfel bij velen sterk aan de oprechtheid van dit medeleven. Ik geef je een voorbeeld.
Kort voor Soekot is de actie Giro555 gestart. Ik was hier al een tijdje van op de hoogte omdat de liefde van mijn leven, ja, jouw moeder, een belangrijke rol heeft gespeeld in het tot stand komen van deze actie. Een actie voor alle getroffenen in deze klote-oorlog, ongeacht in welk land zij leven. Een humanitaire actie.
Nu komt mijn chagrijn. De commentaren van onze mede-Joden op deze actie, op social media en in Whatsappgroepen, is … ik zoek naar woorden, ronduit walgelijk. Ik had niet anders verwacht, maar dat maakt het alleen maar erger. Eigenlijk willen veel Joden niet dat slachtoffers in Gaza of Libanon geholpen worden. Daar komt het op neer. Kunnen we die Pavlov-reactie nou nooit eens uitzetten? Kunnen we nooit compassie hebben met gewone burgers die gevangen zitten in een oorlog? Kunnen we alles dat gebeurt op politiek en militair gebied niet even vergeten en doodgewoon medeleven tonen?
Ik roep niemand op om aan Giro555 te geven, dat moet iedereen zelf weten. Maar er zo cynisch en zonder je hart te laten spreken, tegen tekeer gaan, zouden we dat eens achterwege kunnen laten? Ik reken op jou en je generatiegenoten, want ik wil optimistisch blijven.
Ik sluit af met een mooie, die ik van Facebook heb gepikt: ‘Het is beter om goed te doen tussen Jom Kipoer en Rosj Hasjana dan alleen tussen Rosj Hasjana en Jom Kipoer.’
Je liefhebbende vader,
Michel
Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 25 oktober 2024.
Waarschijnlijk waar, maar 'de meeste mensen deugen'. Zoals jij, en al die lieve mensen die ons project steunen...
BeantwoordenVerwijderenOmein Michel, goed gezegd.
BeantwoordenVerwijderenXX goed geschreven. Ooit een prachtige, krachtige speech op je afscheid gehoord, ik heb hem zelfs opgenomen. Over dat we eerst allemaal mensen zijn en dan pas joden, christenen of moslim. Een verlicht man vond ik. Maar ja wie ben ik. liefs meme jo
BeantwoordenVerwijderen