vrijdag 28 oktober 2022

Brief van Asjer, 21 oktober 2022

In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn lieve zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.


Lieve Pap,

Laat ik dan, in een poging je ervan te overtuigen dat generatieverschillen bestaan, een voorbeeld geven. Een voorbeeld dat ook raakt aan je eerdere opmerking dat ik geen fan zou zijn van jouw bestuurslidmaatschap van CIDI. Dat klopt niet, maar er speelt wel een belangrijk verschil tussen ons tweeën. En dat heeft mijns inziens alles te maken met de generaties waartoe we behoren.

Wij denken redelijk hetzelfde over Israël. We vinden het belangrijk dat er een Joodse staat is. Een democratische Joods land en een goed functionerende rechtsstaat. Een land dat zich hard maakt voor de minderheden, ook als die niet-Joods zijn. We zien onze overtuiging terug in de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring, waarin dit wordt beloofd. Maar we moeten onszelf niet voor de gek houden. In de huidige Knesset zou een document als de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring niet meer worden aangenomen. Er zou geen meerderheid voor te vinden zijn. Israël voldoet nog niet aan het ideaalbeeld van die verklaring, sterker nog: het land lijkt steeds verder van dat beeld af te dwalen.

Israël is in de tijd waarin jij en ik opgroeiden sterk veranderd. Van een jonge staat die moest knokken om een klein beetje macht, tot een sterk land dat economisch en militair gezien met kop en schouder boven de omringende landen uitsteekt. Israël is uitgegroeid tot een absolute supermacht in de regio. En gelukkig maar. Want terwijl jouw generatie opgroeide in een situatie waarin Israël moest knokken om te overleven, heb ik mij nooit zorgen hoeven maken om het voortbestaan van de Joodse staat.

Dat het land tot een supermacht is uitgegroeid, is misschien ook wel te danken aan steun uit de diaspora. Wie niet naar Israël ging om letterlijk mee te vechten, probeerde zo veel mogelijk hier een steentje bij te dragen. Dat was de manier om Israël te helpen: door als Joodse gemeenschap in de diaspora de jonge, kwetsbare staat zoveel mogelijk te steunen. Door geld te geven of door Israëls beleid in het politieke debat te steunen. Met in het achterhoofd altijd de verschrikkingen van de Sjoa. Want in het naoorlogse Nederland waarin jij opgroeide was dat misschien wel allesbepalend: dit nooit weer.

Als Joodse gemeenschap lijken we vast te zitten in de omstandigheden die golden in de tijd waarin jouw generatie opgroeide. We leven in een oud narratief waarin Israël onze steun nodig zou hebben, zowel financieel als via het publieke debat. We vinden dat we als Joodse gemeenschap hier Israël moeten verdedigen.

Ja, Israël is van immens belang, ook voor mij. Maar de uitdagingen van het land liggen in de 21e eeuw op een ander vlak. Het gaat niet om macht verkrijgen, maar om de vraag hoe de moderne Joodse staat functioneert wanneer die oppermachtig is. Hoe je ervoor zorgt dat je die macht kunt beteugelen, kunt inperken. Hoe je de macht kunt hebben zonder immense schade te veroorzaken.

Het zijn die gesprekken die we moeten voeren, met elkaar en met Israël. Dat is waar wij, Joden in de diaspora, bij kunnen helpen, Wij mogen de discussie over ethiek en moraal niet laten kapen door het anti-Israël kamp, dat meent dat de wereld wel zonder Joodse staat kan. Dat debat, over de keerzijde van de macht die we als Joodse staat willen hebben, is ons gesprek. Een gesprek waaraan dat oude narratief dat leidend is voor jouw generatie, geen ruimte biedt.

Dat er verschillen zijn tussen generaties zie ik als iets positiefs. Het laat zien dat we als mensheid kunnen leren en groeien. Dat we kunnen veranderen, een generatie kunnen creëren die het beter gaat doen. Jij zegt dat mensen in elke generatie in feite hetzelfde soort mensen zijn, en ik herken wel wat je zegt. Ook generatieverschillen zeggen niet alles. Maar dat er hoop is voor de toekomst, juist omdat generaties wél verschillen, omdat we volgende generaties kunnen leren niet dezelfde fouten te maken, dat geeft mij hoop. En dat maakt het leven een stuk draaglijker. Een leugentje om bestwil misschien? Maar onthoud: wenn ihr wollt, ist es kein Märchen.

Asjer


Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 21 oktober 2022.

1 opmerking: