In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.
Lieve Asjer,
Toen ik jou van de week zo vloeiend Ivriet hoorde spreken, werd ik bijna jaloers. Bijna! Opnieuw realiseerde ik me hoe gebrekkig mijn kennis van Hebreeuws/Ivriet is. En dat stoort me. Nog steeds. In sjoel kan ik me aardig redden. Dat mag ook wel na al die jaren. Maar iedere vakantie in Israël heb ik de pest in dat ik geen fatsoenlijke conversatie kan voeren.
Dankzij één van de nieuwe technieken van deze tijd waag ik opnieuw een poging om Ivriet te leren. Ik heb het over een app, Duolingo, je kent hem vast. Iedere dag een kort lesje, dat moet kunnen. Dat beweren de makers van Duolingo en dat dacht ik ook. Maar het valt nog niet mee. Meestal kom ik er pas ’s avonds laat aan toe. En dan is het een race tegen de klok want je moet je lesje vóór middernacht afronden. Anders heb je een dag gespijbeld, Duolingo is streng. Soms ben ik dan al zo moe dat ik in slaap val. En als m’n vinger dan bij de bevestig-knop zit en ik het antwoord nog niet klaar heb, klinkt die akelige ‘fout-antwoord-toon’. Bovendien begint mijn leeftijd mee te spelen. Sommige woorden onthoud ik gewoon niet! Dan moet ik een woord voor de tiende keer vertalen en weet ik het wéér niet. Maar ik laat me niet kisten, ik heb inmiddels een 380-day-streak!
In de loop der jaren heb ik aardig wat pogingen gedaan om de taal onder de knie te krijgen. Ik begon ooit op Rosj Pina, in de eerste klas. Ik herinner me nog de bijzondere manier waarop we Hebreeuws leerden. We kregen Hebreeuws van Tenach en sidoer en we moesten klassikaal, hardop, steeds een Hebreeuws woord uitspreken, met de vertaling van ieder woord er meteen achteraan: “Baroech-geprezen, ata-gij, adosjeem-God,” et cetera. Door een akefietje met mijn juf ging ik na drie maanden naar een andere school, een openbare. Wèg kans om Hebreeuws te leren.
Op de HBS werd de mogelijkheid geboden om een extra taal te volgen. Facultatief, na schooltijd. Je kon, als ik me goed herinner, kiezen uit Russisch en Hebreeuws. Dit is mijn kans, dacht ik en schreef me in voor Hebreeuws. De eerste les was al meteen een versjtering. “Deze lessen zijn bedoeld voor gymnasiasten,” kreeg ik van de leraar te horen, “niet voor HBS’ers.” Hij streek met de hand over z’n hart, ik mocht blijven. Daarmee verdubbelde hij zijn aantal leerlingen, we waren met z’n tweeën. Veel plezier heb ik er niet aan beleefd. Als ik een nare droom heb, zie ik het lesboek weer voor me: Grammatica van het Bijbels Hebreeuws van de heren Nat en Lettinga, een boek met een vaal grijsblauwe kaft. Alles in dit boek werd uitgelegd vanuit het Latijn … als eenvoudige HBS’er ging het meeste aan me voorbij. Een verschrikkelijk boek, ik heb het niet zo lang geleden, toen ik een opruimopdracht van je moeder uitvoerde, weggegooid. Bovendien had ik misschien wat teveel aandacht voor mijn klasgenote, een razendslim, leuk meisje. Ze werd mijn vriendinnetje, zo hield ik toch iéts aan deze lessen over.
Het was mijn droom om ooit een sabbatical te nemen en die te gebruiken om in Israël een oelpan te volgen. Het is er nooit van gekomen, die sabbatical lukte niet. Dat was best frustrerend.
In mijn Crescastijd heb ik de Crash Course Ivriet ontworpen. Een vijfdaagse spoedcursus, gebaseerd op de oelpanmethode. Mijn eigen frustratie dat ik geen oelpan in Israël kon volgen, was een belangrijke drijfveer bij het opnemen van die Crash Course in het cursuspakket. Die cursus was heel succesvol, maar zelf deelnemen lukte helaas niet. Ik was die vijf dagen gewoon te druk.
Vriend N. en ik hebben ons volgende tripje naar Israël al gepland. Zal ik me deze keer verstaanbaar kunnen maken? Een heel klein beetje? Die reis is pas volgend jaar, er is hoop!
Je liefhebbende vader,
Michel
P.S.: Terwijl ik de laatste regels schrijf, hoor ik dat die gek in Stockholm zijn plan om een bijbel en een Tora te verbranden heeft afgeblazen. Zijn motivatie – niet lachen hè: “Ik wil laten zien dat we elkaar moeten respecteren, we leven in dezelfde samenleving.”
Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 21 juli 2023.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten