In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – een correspondentie met elkaar voerden, zijn mijn zoon Asjer en ik een briefwisseling gestart. Onze brieven zijn te lezen in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik ze door in dit blog.
Lieve Asjer,
Je moeder ziet dat ik jou aan het schrijven ben. “Hou het een beetje luchtig,” adviseert ze. Ik weet natuurlijk waar ze op doelt. De verschrikkelijke beelden uit Israël houden ons bezig, we staan ermee op en we gaan ermee naar bed. Ze vermoedt dat ik het daarover ga hebben. Hoewel ik dat niet van plan was, antwoord ik toch wat mompelend, iets tussen ja en nee in. Want luchtig wordt het niet.
Op het moment dat ik deze brief schrijf, is het precies zes weken geleden dat we Leo op Ouderkerk hebben begraven. Ik merk aan mezelf dat ik het er nog moeilijk mee heb. Iedere dag, meerdere keren per dag, zit hij in mijn hoofd en soms zitten de tranen dicht achter mijn ogen. Ik mis Leo, meer dan ik ooit had kunnen denken.
Er is in die zes weken veel over Leo geschreven en gesproken. Mooie woorden. Voor sommigen is nu pas duidelijk wat een bijzonder mens hij was. Een wetenschapper met talloze publicaties op zijn naam, een rabbijn met ongelooflijke kennis van het (orthodoxe) jodendom, een denker, een mysticus, een verbinder en bruggenbouwer … ik kan nog wel even doorgaan. Maar naast dat alles was Leo een familieman én een goede vriend. Ik mis hem als vriend, maar misschien nog wel meer als soul mate. Het verschil in jodendomsbeleving, hij orthodox ik liberaal, deden er niet toe, we zaten bijna altijd op dezelfde lijn. Weet je hoe vaak wij, aan de telefoon, grote problemen hebben opgelost? Hoe vaak wij onze Joodse gemeenschap mooier, inspirerender en opener hebben gemaakt? Als het aan ons lag …
De laatste twee weken miste ik Leo eens te meer. Wat had ik het graag met hem over de sluiting van de Joodse scholen gehad. Hoe zou hij daar tegenaan hebben gekeken? En wat had hij ervan gevonden dat Sigrid Kaag, niet voor het eerst, op social media werd afgemaakt en neergezet als de belichaming van het kwaad? Het CJO werd ook door het slijk gehaald, de organisatie die haar uitnodigde om te spreken tijdens de Kristallnachtherdenking. Sommige briljante geesten gaven CIDI hiervan de schuld, zij brullen hard maar kennen niet eens het onderscheid tussen CJO en CIDI. I rest my case. Al die aantijgingen aan Kaags adres zijn zò onterecht. Ik vind ook dat zij destijds, als minister van buitenlandse handel, de subsidies aan die Palestijnse organisatie (UAWC) eerder had moeten stopzetten. Maar om haar dan rechtstreeks de moord op een Israëlisch meisje door Palestijnse terroristen in de schoenen te schuiven, letterlijk te beweren dat zij bloed aan haar handen heeft … Walgelijk! Een deel van deze verlichte Joodse geesten bagatelliseert en passant ook nog even de Sjoa. Ik las dat het CJO z’n kop moet houden over het NSDAP-lidmaatschap van die Soestdijk-leugenaar, want ‘ze nodigen immers Kaag uit’. De haat zit diep. En waarom in vredesnaam? Als NVHU-bestuurslid ben ik twee keer bij Kaag op bezoek geweest toen zij nog op buitenlandse handel zat. Ik weet hoe zij in de wedstrijd staat. Daarom, voor alle Facebook-schreeuwers, eat your heart out: Sigrid Kaag is een vriendin van Israël. Ja, zij ziet ook de noden van Palestijnen, maar dat maakt haar niet anti-Israël. Integendeel.
Ik wilde hier tegenin gaan, maar de stortvloed aan posts maakte dat gewoon onmogelijk. ‘Even Leo bellen’, ging door mijn hoofd. Als een reflex, niet meer dan een fractie van een seconde natuurlijk. Ik miste mijn maatje, ik merkte dat ik zonder Leo niet de koach had om een tegengeluid te laten horen. Ik voelde me alleen.
Morgen is het sjabbes. ’s Middags hoort Leo langs te komen. Dat doet hij immers bijna iedere sjabbes? We nemen een borrel en sjmoezen bij. We lachen als hij een perfecte imitatie geeft van iemand die we beiden goed kennen. Ik wéét dat hij niet komt, maar ik kan het nog nauwelijks bevatten. Misschien dat ik straks even bij de familie langsga, zij hebben het nog veel moeilijker. En ik vind het zelf ook fijn om bij hen te zijn. Zo vinden we steun bij elkaar, dat hebben we nodig. Ook vanwege die immense ellende in Israël.
Je liefhebbende vader,
Michel
Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 27 oktober 2023.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten