zaterdag 21 maart 2020

Dáár wel

“En wij dan? Wat doen wij nou helemaal? Toch ook niks. Niks, niks, niks,” riep de liefde van mijn leven. We zaten op de bank en keken naar het achtuurjournaal. Na ruim 34 jaar samen, waarvan bijna 33 jaar getrouwd, weet ik wanneer ik beter niet tegen La Ka kan ingaan. Dit was zo’n moment. Haar ogen stonden droevig en strijdbaar tegelijk. Bovendien was er weinig aanleiding om tegen haar in te gaan, we waren het honderd procent eens.

Het journaal opende met COVID-19, het coronavirus: nieuwe besmettingen, nu ook in Nederland, haperende economieën, instortende beurzen. Het zit allemaal niet mee. Er was echter meer nieuws waar je niet vrolijk van wordt. En dat gaat opnieuw over vluchtelingen.

Turkije meent het zich te kunnen permitteren Syrië binnen te vallen, voert een agressie-oorlog op Syrisch grondgebied en doet vervolgens een beroep op artikel vijf van het Noord-Atlantisch Verdrag (een gewapende aanval tegen één of meerdere leden, wordt beschouwd als een aanval tegen allen). De NAVO-partners schuiven dit beroep lachend ter zijde, en hoe reageert Turkije? In een poging NAVO-landen onder druk te zetten, misbruiken en slachtofferen ze de meest kwetsbaren: vluchtelingen. Turkije opent de grens aan zijn kant, Griekenland houdt de zijne stevig gesloten en vervolgens zitten duizenden vluchtelingen als ratten in de val, onder nóg onmenselijker omstandigheden dan daarvoor. Ze worden zonder scrupules ingezet voor een politiek spel.

Je hart breekt. Als je enig fatsoen in je donder hebt, voel je de urgentie om iets te doen, om niet machteloos toe te kijken.

Drie jaar geleden, toen de vluchtelingencrisis op z’n hevigst was, besloten Ka en ik om zelf een vluchteling op te vangen, bij ons in huis. B. woonde bijna anderhalf jaar bij ons. Hoewel hij het hier helaas niet gered heeft en besloot dat er niets anders op zat dan terug te gaan naar Irak, hebben wij toch het idee dat we iets voor hem hebben betekend.

Zoiets zouden we misschien weer moeten doen. Maar, eerlijk is eerlijk, makkelijk is het niet. Zijn we opnieuw bereid een dergelijk offer te brengen? Misschien niet, maar helemáál niets doen, is ook geen optie. R., met wie ik in een interessant clubje zit – daarover een andere keer misschien meer – bracht me op een idee. Hij maakte mij attent op de website van HIAS (www.hias.org), een Amerikaans-Joodse organisatie die (humanitaire) hulp biedt aan vluchtelingen.

De mail die R. aan me doorstuurde ging over de kabbalat sjabbatdienst van 20 maart, die ze bij HIAS de naam National Refugee Shabbat hebben gegeven, een sjabbat die helemaal in het teken staat van vluchtelingen.

“Moet dat nou?” Ik hoor het sommigen van u al zeggen. “Hebben we niet genoeg aan onze eigen sores? Worden vluchtelingen beter van zo’n sjabbatviering?” Ja, nee en ja, als u die drie vragen aan mij stelt. Ja, we móeten iets doen. We hebben onze eigen sores, maar die ontslaat ons niet van de plicht tot medemenselijkheid. En worden vluchtelingen er beter van? Misschien niet rechtstreeks. Maar als wij laten zien waar we voor staan, wat onze humanitaire én Joodse waarden zijn, dan helpen we misschien mee om deze wereld iets beter te maken. Die plicht hebben wij, als mensen, als Joden, als Joods individu en als Joodse gemeenschap.

Degene die bovenstaande regels met scepsis leest, raad ik aan nog eens goed na te denken over de betekenis van de zo bekende uitspraak van één van onze grootste geleerden, rabbijn Hillel de Oudere:
Iem één anie lie, mie lie? Oe-chesjee-anie le-atsmie, mah anie? We-iem lo achsjav, eematai? Als ik niet voor mezelf ben, wie is dan voor mij? En als ik slechts voor mezelf ben, wat ben ik dan? En indien niet nu, wanneer dan wel?

HIAS organiseert een vluchtelingensjabbat in Los Angeles, op vrijdagavond 20 maart. Waarom zou dat in Amerika wel kunnen en hier niet? Ik daag iedere kehila in Nederland uit zo’n sjabbat te organiseren. Wie durft? Ik bied mezelf bij deze aan om te helpen organiseren. En een geschikte sjabbat is ook niet moeilijk te vinden. Wat dacht u van vrijdagavond 3 april, het begin van Sjabbat haGadol. De sjabbat die ons voorbereidt op Pesach, u weet wel, dat feest dat ons herinnert aan ónze bevrijding.


Deze tekst verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 6 maart 2020.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten