In navolging van vader Max en dochter Natascha van Weezel, die elkaar – eerst op de Jonetwebsite en later in dagblad Trouw – brieven schreven, voeren mijn zoon Asjer en ik een correspondentie in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad). Na een week plaats ik de brieven door in dit blog.
Lieve Asjer,
Deze brief ontvang je waarschijnlijk een paar dagen voor Rosj Hasjana, Joods nieuwjaar. Die ‘vertaling’ van Rosj Hasjana moeten we trouwens hoognodig veranderen. Ja, het gaat natuurlijk over het begin van een nieuw Joods jaar, maar wel op een heel andere manier dan in de ons omringende cultuur. De betekenis van Rosj Hasjana ontgaat de meesten. Laatst kreeg ik ook weer de opmerking dat wij Joden het toch wel goed getroffen hebben: twee keer champagne, oliebollen en vuurwerk. Die twee keer champagne spreekt mij trouwens wel aan. Maar goed: ik nog eens uitleggen dat er een andere betekenis is, dat we oliebollen inruilen voor appeltjes met honing, dat we geen vuurwerk afsteken. Ik weet niet of het helemáál overkwam. Kunnen we een andere vertaling bedenken?
Eén van de gebruiken van het 31-december-oud-en-nieuw hebben we trouwens overgenomen: terugblikken op het voorbije jaar. Maar hoe zit het met de blik op de toekomst, met het maken van goede voornemens voor het nieuwe jaar? Doen wij daar ook aan? In eerste instantie dacht ik van niet. Maar tesjoewa, het belangrijkste thema van de Hoge Feestdagen, heeft natuurlijk een beetje met goede voornemens te maken: wat heb ik verkeerd gedaan, wat kan ik volgend jaar verbeteren?
Daar heb ik eens goed over zitten denken. Wat zou ik als individu tacheles kunnen bijdragen om van 5786 een beter jaar te maken? Om eerlijk te zijn: best een lastige vraag. Na het overlijden van L., nu alweer twee jaar geleden, en het wegvallen van R. door zijn ongeluk, is het activistische vlammetje bij mij een beetje gedoofd. Ik vind het zelf een bittere constatering, maar de gein is er voor mij af. Ik voel ook dat ik er de koach niet meer voor heb. De plannen, bijvoorbeeld, die R. en ik hadden om iets voor vluchtelingen op te zetten, ons project De Hartwinkel, gebaseerd op het Britse succesvolle Choose Love, is in de ijskast beland. En ik realiseer me dat ze daar waarschijnlijk voor altijd in blijven liggen.
De veranderde omstandigheden – ik bedoel de enorme impact van de oorlog die Israël voert, het wereldwijd opnieuw opgekomen antisemitisme – zorgen voor mij ook voor een nieuwe realiteit. Het gevoel van ‘het hemd is nader dan de rok’ bekruipt mij. Een gevoel dat ik eigenlijk niet wil toelaten, maar waar ik nauwelijks aan ontkom. Iets doen voor vluchtelingen lijkt ineens minder urgent dan iets doen voor de Joodse gemeenschap, hier in Nederland én in Israël.
Maar wát dan? Wat kúnnen we doen? Demonstreren? Een petitie ondertekenen? Politiek actief worden? Vredesinitiatieven steunen? Helpt dat? Wordt de wereld daar beter van? Helpen we onze Joodse gemeenschap daarmee?
Misschien moet ik het komende jaar moediger zijn en mij meer uitspreken. Oók als er binnen de Joodse gemeenschap teveel vanuit de onderbuik geacteerd en gereageerd wordt. Als – met de beste bedoelingen, daarvan ben ik overtuigd – onze vrienden van ons vervreemd worden door iedere keer weer met beschuldigingen over antisemitisme te komen. Antisemitisme dat groeiend is, zeker. Maar onze vrienden mogen kritisch zijn, zonder dat ze dit onterechte stempel opgedrukt krijgen.
Nóg belangrijker is misschien iets doen aan de ongebreidelde polarisatie, ook binnen de Joodse gemeenschap. We moeten de boel bij elkaar houden, nu misschien wel meer dan ooit. Maar wat kan ik daar als individu aan bijdragen? Heb jij een idee?
A goet johr, lieve Asjer, ik wens jou een mooi, vredig, en honingzoet nieuw Joods jaar.
Je liefhebbende vader,
Michel
Deze brief verscheen eerder als column in het NIW (Nieuw Israëlietisch Weekblad) van 19 september 2025.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten